Programmeren
In een computer wordt de informatie in het geheugen met behulp van een programma bewerkt. Het geheugen is voor te stellen als een tabel waarin na iedere programmaregel een geheugencel wordt herschreven:
E |
m |
c |
– | 250 | 299792458 |
We kunnen de waarde van de geheugencel E
berekenen met de volgende Python programmaregel (instructie):
E = m * c ** 2
Let op: programmeren is geen wiskunde! De regel is te lezen als E
wordt m
keer c
tot de macht 2
.
Naast de gewone instructies kennen programmeertalen zoals Python ook voorwaardelijke instructies en herhaalinstructies. Een voorwaardelijke instructe wordt alsvolgt opgeschreven (De spaties zijn hier voor de duidelijkheid als underscore ‘_’ geschreven):
if m > 0:
E = m * c ** 2
Natuurlijk is er een herhaalinstructie te maken:
getal = 0
while getal < 10:
____getal = getal + 1
____print(getal)
In dit geval is het direct duidelijk dat het geen wiskunde is. De regel getal
is getal
plus 1
is onzin. De regel getal
wordt getal
plus 1
is echter geen onzin, de waarde van de geheugencel getal
wordt nu iedere keer groter gemaakt. Als laatste regel wordt het getal op het scherm afgedrukt, dit is dus de waarde die op dat moment in de geheugencel staat.